Acerca de
Leven van een honingbij
Het verhaal
Het bijenleven in het kort.
Hoewel normaal bij de imkers het bijenjaar begint na afname van de zomerhoning in juli, starten wij hier dit overzicht in januari, midden van de winter.
Alle bijen vormen in de winter een bol of “wintertros” genaamd en dit rond de koningin. Zo blijft het in het midden voldoende warm om te overleven. De bijen wisselen elkaar af. De buitenste bijen gaan naar binnen en omgekeerd. De tros beweegt zich zo langzaam over de gevulde honingraten zodat de bijen zich ook het voedsel tot zich kunnen nemen.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Wanneer de dagen beginnen te lengen en de temperatuur gaat oplopen legt de koningin reeds haar eerste eitjes. Dit kan soms al in januari plaatsvinden. Dit aantal zal stilaan vermeerderen om rond mei/juni ca. 2000 eitjes per dag te bedragen. Aan deze eitjes voegt zij een beetje sperma toe en dan verloopt de bijenontwikkeling als volgt:
- na drie dagen komt uit het eitje een larfje
- de bijen gaan zes dagen het larfje voeden
- vervolgens gaat dit larfje zich verpoppen
- na twaalf dagen wordt er een jonge werkbij geboren
In het totaal duurt dit proces 21 dagen. Voor een koningin is dit 16 dagen resp. 24 dagen voor een dar.
Van ca. 10.000 bijen in de winter groeit het volk stilaan aan tot ca. 50.000 in de zomer.
De werkbij, de dar en de koningin
Maar hoe ontstaat een werkster (vrouwelijke bij), een koningin en wanneer wordt een dar (mannelijke bij) geboren?
Heel eenvoudig: een werkster (maar ook een koningin) ontstaat uit een met sperma bevruchte eicel en een dar uit een onbevruchte eicel of anders gezegd: een werkster en ook een koningin heeft een vader en een moeder. Een dar heeft enkel maar een moeder (en een grootvader). Hier moet je misschien even over nadenken!
Het leven van de werkster. (vrouwelijke bij)
Het eerste werk als een werkster op de wereld komt is deze van poetsvrouw. Zij gaat de cellen schoonmaken. Een tijdje later gaat ze de eitjes en de larven (het broed) verzorgen en is ze vroedvrouw. Tevens zorgt zij om het broed warm te houden om later na een week ook de oudere larven te voeden en is ze opvoedster.
Na de tiende dag mag zij nectar en stuifmeel van de haalbijen ontvangen en dit opbergen in de lege cellen daardoor wordt ze magazijnier.
Na 17 dagen beginnen haar wasklieren te werken en kan ze meehelpen aan het bouwen van de raat. De was zweet zij uit haar achterlijf en na gekauwd te hebben met haar mond kan zij hiermee de wasraten bouwen. Zij wordt hierdoor een ware bouwmeester.
Vervolgens gaat zij de ingang van het nest bewaken en verdedigt zij haar volk voor vreemde indringers. Dan is ze een "wachter" of nog meer een veiligheidsagent.
Inmiddels is ze al af en toe buiten uitgevlogen om zich te oriënteren op haar verblijf want na de twintigste dag wordt ze haalbij (ook vliegbij genoemd). Ze gaat iedere dag op zoek naar nectar en stuifmeel maar zorgt eveneens voor water en propolis. In die periode is zij soms ook eens speurbij. Dat wil zeggen dat ze iedere morgend gaat speuren waar nectar te halen is. Bij haar thuiskomst zal ze een bijendans uitvoeren om deze plaats aan te wijzen. Alle bijen zullen dan deze plaats bezoeken tot deze uitgeput is.
Na drie weken van hard buitenwerk zijn haar vleugels versleten en sterft ze een eenzame dood. Normaal heeft ze dan ca. 6 weken geleefd (drie weken in het nest en drie weken als haalbij).
De bijen die echter in het najaar geboren worden leven langer. Zij moeten geen nectar meer ophalen en enkel de koningin verzorgen en het nest warm houden zodat ze blijven leven tot de maand april wanneer de nieuwe bijen al geboren zijn.
Het leven van de dar. (mannelijke bij)
​
De dikkere bijen zijn de darren. Het zijn de mannetjesbijen die in tegenstelling tot de werksters
niet steken. Ze hebben een heel zalig leven. Ze mogen in alle bijenkasten binnen en worden
door de werksters gevoed en verwend. Af en toe gaan ze naar een darrenplaats (om het in
mensentaal te zeggen ”ze gaan op café”) waar zij op een hoogte van 10 meter kriskras door
elkaar vliegen in afwachting van de komst van een onbevruchte koningin. Als deze langs komt zetten ze de achtervolging in en de snelste darren paren in de lucht met deze koningin (ca 5 à 15 darren) die dan ook sterven na de paring.
In het najaar worden ze echter verjaagd omdat ze niet meer van nut zijn. Zij worden niet meer gevoed en mogen het nest niet meer binnen. Hierdoor verhongeren ze en sterven.
Het leven van de koningin. (ook moer genoemd)
De bijenkoningin legt enkel eitjes en ze is de moeder van gans het bijennest. Ze kan tot 5 jaar lang eitjes leggen. Bevruchte eitjes worden werksters, onbevruchte eitjes worden darren. Voor de koningin de eitjes legt inspecteert ze de cel op grootte en netheid en dropt er daarna langwerpige eitjes in.
Soms worden er een zeer klein aantal bevruchte eitjes apart verzorgd. Hier worden door de werkbijen langwerpige cellen voor uitgebouwd. (zie figuur rechts)
Dit zijn de koninginnencellen (of moerdoppen). De larven die uit deze eitjes komen worden overdadig gevoed met koninginnebrei. Dit is een speciaal soort voedsel waardoor deze larve een ware koningin wordt.
Zij heeft ook een hofstaat van enkele werksters die haar likken en voeden. Tevens heeft ze ook een speciale geur (de koninginnenstof). Deze stof wordt door de bijen opgelikt en ook aan elkaar doorgegeven.
Zo krijgt de bijenkolonie eenzelfde geur en kunnen de bijen ook erkend worden door de wachters als zij terugkomen van hun vlucht.
​
​
Het zwermen
​
Wanneer de bijenkolonie te groot wordt zullen werksters enkele bevruchte eitjes extra verzorgen om nieuwe koninginnen te maken zoals hiervoor aangegeven.
Wanneer een nieuwe koningin aanstalte gaat maken om uit haar cel te kruipen beslist de helft van de kolonie om de korf te verlaten. Zij zullen zich eerst volzuigen met honing voor de komende drie dagen. Eerst verlaten de bijen de kast en cirkelen in grote getallen hoog boven de kast tot de koningin als laatste haar verblijf verlaat. Het is een heel schouwspel als zo'n 25.000 bijen op enkele minuten tijd de kast verlaten en in de lucht rondcirkelen.
De koningin vliegt meestal naar een tak van de dichtstbijzijnde boom. Daar verzamelen alle bijen zich rond haar. Als deze zwerm niet geschept wordt door een imker gaan speurbijen een nieuwe nestplaats opzoeken bv. een holte in een boom.
Eens dit gevonden is vertrekt de ganse kolonie zich naar deze nieuwe woonst. Wanneer een imker dan niet ingrijpt in zijn volk kunnen er meerdere zwermen ontstaan daar er nog koninginnen kunnen geboren worden.
De bijenwoning
Vroeger hadden de imkers gevlechte bijenkorven. Op het einde van het seizoen moesten ze de bijen er afkloppen om er de raten te kunnen uitsnijden. Tegenwoordig worden deze bijenkorven nog enkel gebruikt voor opstelling in een serre ter bevruchting van de daar aanwezige gewassen.
Nu gebruikt men bijna uitsluitend vierkante bijenkasten die in verschillende delen bestaan en waar door middel van een koninginnenrooster de broedbak van de honingzolder kan worden gescheiden. Dit laatste in noodzakelijk om te vermijden dat de koningin ook in de honingzolder eitjes zou leggen.
Laat ons eens alles op een rijtje zetten
​
Vanaf januari begint stilaan de “eileg” van de koningin dat haar hoogtepunt zal bereiken in mei/juni.
In maart bij een temperatuur van 10 graden doen de bijen een reinigingsvlucht dat wil zeggen dat ze
hun endeldarm leegmaken van de afvalstoffen van hun wintervoeding.
De winterbijen sterven einde maart/begin april en de jonge bijen nemen nu hun taak over. Op dit
tijdstip komen ook de eerste katjes aan de wilgentakken daarna gevolgd door de fruitbloesem en
de paardenbloem. Deze worden sterk bevlogen zeker voor de jonge bijen die het stuifmeel nodig
hebben om op te groeien. Ook nectar wordt binnengehaald en sommige imkers reizen hiervoor
naar de koolzaadvelden vooral in Wallonië.
Half mei gaat de imker een eerste maal slingeren om zijn “lentehoning” binnen te halen.
Nu komt de bijenkolonië stilaan aan zijn maximale bezetting. Vele planten en bloemen staan in
volle bloei gaande van klaver, tamme en wilde kastanje, acacia, linde, enz, enz. Deze nectar wordt
nu gretig binnengehaald maar stilaan wordt hun woonst overbevolkt. Spontaan gaan de werksters
enkele koninginnencellen optrekken en bestaat er kans op zwermen zoals hierboven beschreven.
Rond half juli wordt de "zomerhoning" geslingerd en begint de imker met het geven van suiker-
voeding want hij heeft hun wintervoeding afgenomen. Normaal wordt er ca 15 kilo suiker per kast gevoederd. Deze suikervoeding bestaat normaal uit 1/3 water en 2/3 gewone kristalsuiker.
Vanaf juli/augustus worden de darren niet meer gevoed; ze worden uit de kast gezet en sterven. Nu worden de winterbijen geboren en omdat de voorraad van wintervoeding al is aangelegd moet er geen werk meer geleverd worden en kunnen zij overleven tot het prille voorjaar.
Wanneer de dagtemperatuur onder de 10 graden zakt kruipen de bijen samen in een bol rond de koningin en wachten zo op de lente. De imkers kunnen dan beginnen hun materialen te verzorgen en wachten dan met spanning de eerste warme dagen van maart af. Dan kunnen zij vaststellen of hun bijen die koude wintermaanden hebben overleeft.
Komt je ooit in de buurt van Kalmthout dan moet je zeker naar het bijenmuseum gaan (zeker ook met kinderen) want daar wordt deze wondere wereld echt tot leven gebracht. Achteraf kunt je nog een fijne heidewandeling maken.